OLIFANTEN IN KAMERS VAN PUBLIEKE OPINIES

Als systeemtherapeut ‘meervoudige partijdig’ kunnen zijn en vanuit een meer perspectieven naar een probleem in een familie leren kijken is een basis competentie.

Vanuit een antropologisch-systemische kijk op menselijke families en gemeenschappen is de minst gehoorde stem de meest belangrijke.

Een stap verder is leren zien wat, vanuit dominante (machts) posities, niet gezien mag worden. Deze manier van wetenschap bedrijven was het handelsmerk de Franse antropoloog Pierre Bourdieu.

Hij benoemde wat door macht is verhuld en ‘is taken for granted’ als doxaal.

Door een stapeling van dominante opvattingen is het uiterst moeilijk om de ‘man-made’  vervlechting van onderdrukking, domesticering en destructieve uitsluiting te ontrafelen.

Voorbeelden van doxale dominantie processen zijn de reproductie van elites via hoger onderwijs instituties in Frankrijk (The State Nobility 1996) , 2) dominantie van mannelijkheden (masculine domination) in veel samenlevingen en 3) het allesverslindende marktdenken (Piketty Kapitaal 2012).

Misschien wel de grootste olifant in onze publieke ruimtes is de alles doordringende Natiestaat in al haar geledingen. Vele grote antropologen en sociologen, zoals Max Weber, Norbert Elias, Erving Goffman, en Andreas Wimmer beten hun tanden stuk op het kraken van deze Massieve Doxa Noot.

Bij Michel Foucault proefde je al stukjes walnoot. Zijn conclusie na decennia onderzoek was dat vanaf het begin van de Rooms-katholieke kerk een patroon van ‘pastorale dominantie’ ontstond dat via de Empires, Monarchieën zich bijna naadloos in onze moderne Natiestaat nestelde.

De twee millennia oude, diep-doxale, rode lijn: het losweken van individuen uit hun families en gemeenschappen zodat zij tot ‘echte gelovigen’, tot trouwe onderdanen (subjects) en tot nette burgers ‘gemaakt’ kunnen worden in totaliserende instituties zoals ‘vormende’ scholen, ‘heropvoedende’ gevangenissen en ‘resocialiserende’ psychiatrische/jeugdzorg instellingen.

Via reclame/marketing en de ‘vrije markt’ is het losknippen van kinderen uit hun families tot hoogste ”doxale kunst verheven.

Meer overheidinvloed (links) of meer marktinvloed (rechts) het maakt niet uit of je door kat of hond word gebeten. Je hebt als individuele burger met alle ontplooiingskansen en rechten weinig enkele kans tegen de sociale machinerie van behoeften scheppen, kopen/betalen en niet echt tevredener worden.

Maar recentelijk braken de harde schalen van Overheden door o.a. het werk van James Scott (The Art of Not Being Governed 2009) en van Krishan Kumar (Nation-states as Empires 2010).

Scott schrijft plausibel over vele ‘primitieve volken’ (kleinschalige samenlevingen) in berggebieden in Zuidoost Azië die slimme collectieve mijdingstrategieën en ‘zachte’ sabotage tactieken hebben ontwikkeld om maar geen deel te worden van Feodale Heersers, Koninkrijken/Empires en natiestaten.

Waarom die enorme investeringen om maar niet van buiten af bestuurd te worden? Waarom willen zij niet beschaafd, ontwikkeld, en trotse onderdanen/burgers worden?

 

Michael Taussig in zijn ‘The Magic of the State‘ doet nog een ander boekje open over de staat van Staat vanuit een confronterende antropologische blik

Die vraag is voor de meeste Europeanen vooralsnog niet te beantwoorden.

Scott, Kumar en Taussig proberen  wel doxa’s te ontrafelen.