Gebruik alcohol is een zwaktebod om je high te voelen

Het gebruik van alcohol is een zeer menselijke eigenschap om je tijdelijk in de 7e hemel te voelen. Zelfs onze naaste voorouders, primaten eten alcohol houdende vruchten en bewegen zich wankelend door de bomen. Lees HIER.

In oorspronkelijke samenlevingen (inheemse culturen V.N) krijgen alcoholisch dranken een extra diomensie. In je eentje drinken is er niet bij. Alleen bij collectieve rituelen, als het gaat om het voortbestaan van de families en de gemeenschap, heeft alochol een plek.

Hier een stuk tekst uit een artikel uit 1998 over drugs gebruik waar dit wordt uitgewerkt:

…………Is een universeel menselijke verklaring te vinden voor de behoefte aan genotsmiddelen en drugs?
In culturele, ethologische en historische studies over de menswording van de mensheid binnen het dierenrijk komt als een van de noties van de voortdurende afwisseling tussen uiteendrijven en versmelting van lichaam-geest-ziel naar voren. (Cassirer 1944, Eliade 1957, Fairservis 1975, Jayakar 1989) Het aantal gewoontes dat menselijke groepen hebben leren gebruiken en hebben ontwikkeld om lichaam-geest-ziel te verenigen is onuitputtelijk. In de seksualiteit is de orgastische beleving als een vorm van tijdloosheid en versmelting met het goddelijke benoemd. (hindoeïstische Tantra) In allerlei dans- en bewegingsceremonies wordt ‘revitalisering, ‘transformatie’ en de ‘nabijheid van de goden gezocht’. (Chavers 1984, 175-210) Het gebruik van genots- en hallucinogene middelen bij deze collectieve rituelen versterken deze gevoelens. Het opheffen van de pijnlijke last van het dagelijkse leven, een vlucht uit de druk van alledag, het dragelijk maken van de ‘condition humaine’ zijn alle uitdrukkingen van de beleving van geestverruimende middelen. In de christelijke mythologie vormen ‘verdrijving uit het paradijs’ en ‘erfzonde’ aanwijzingen voor de ‘ondragelijke’ kant van de het menszijn. ‘Versmelting met het goddelijke’ is alleen voor de heilige weggelegd. De gewone gelovige moet wachten tot het ‘binnengaan van de hemel’. De hemel wordt voorgesteld als terugkeer naar het paradijs. Een meer passende mythologie om de menselijke staat beter aan te duiden is misschien als verdrijving uit het dierenrijk. Bij andere zoogdieren lijkt het uiteendrijven van lichaam-geest-ziel als pijnlijke staat van zijn niet voor te komen. De Sucht naar tijdelijk opheffen van de opsplitsing daarmee ook niet. Drugs heffen de pijn van het verdrijven uit het paradijs/dierenrijk tijdelijk op.
Dit geldt voor alle mensen. Jongeren in transitie (naar volwassenheid) zijn extra kwetsbaar. Zij komen regelmatig en meer dan volwassenen terecht in situaties van conflicterende loyaliteiten. Hou je rekening met je ouders, of met je vriendin, of met je maten uit je ‘Peer Group’? Blijf je op school, ga je werken of wil je meer vrije tijd? Maar zonder geld gaat dat niet in de moderne jeugdcultuur. Hoe kom ik aan geld? Dit voortdurende afwegen van belangen en behoeften wordt hier uitgewerkt in het concept ‘balanceren van loyaliteiten’. Conflicterende loyaliteiten die lang aanhouden brengen in hun binnenwereld in een sterke en pijnlijke spanning teweeg die zij zoeken ontladen. Hoewel meisjes en jongens verschillen in hun zoeken van ontlading van liminele spanning kan veel risicogedrag, en dus ook het nemen van drugs, beter begrepen worden vanuit deze benadering.

Alle bekende culturen en samenlevingen gebruiken enige vorm van anxiolytica: geestverruimende, spanning-, angst- en onrust verminderende middelen. Soms zij het juist stimulerende middelen. Er zijn honderden soorten en gebruiksvormen. De meeste van die middelen zijn ook genotsmiddelen: coca en chat bladen kauwen, heroïne roken, roken gerolde bladeren, sigaretten, pijproken en alcoholhoudende dranken. Mannen gebruiken die middelen vaker dan vrouwen. In veel schriftloze samenlevingen is het gebruik van sterke geestverruimende middelen vaak voorbehouden aan medicijnmannen. Via deze middelen spraken via de sjamanen de Goden tot de mensen om zieken te genezen en rampen af te wenden. (Zoja 1989) Voor anderen in de gemeenschap beperkte het gebruik van lichtere middelen zich tot gezamenlijke feesten en rituelen. Genots- en hallucinogene middelen waren vooral bedoeld voor ‘sacrale’ doeleinden, zoals de wijn in de Katholieke liturgie. Een interculturele alledaagse benoeming van de beleving van genotsmiddelen en drugs kan zijn dat de effecten een tijdelijke samensmelting van lichaam (zintuigen)-geest (denken) -ziel (spirit) teweegbrengen. Individueel gebruik was en is in de traditionele en stamculturele context een uitzondering. Als jongere in je eentje drinken, slikken en snuiven is een patroon verbonden met moderne westerse en stedelijke samenlevingen. Dit sluit de gebruiker zich op den duur op in zijn of haar binnenwereld en af van de buitenwereld. Daarmee verschrompelen niet zelden ook het familie-, sociaal netwerk en stabiliserende sociale contacten. De verslaafde komt in een maatschappelijk isolement terecht, leeft vaak op rand van criminaliteit en neemt grote gezondheidsrisico’s. Deze ontwikkeling is onaanvaardbaar voor de moderne humane samenleving. Terwijl vanuit de overheid vaak de gevolgbestrijding centraal is de transitionele benadering bij jongeren vooral effectief in preventieve situaties (buurten en wijken) en bij het ontwenningsprogramma’s (klinieken en gevangenissen) bij beginnende drugsgebruikers. In de V.S., Engeland en Zuid-Afrika zijn instellingen en projecten in de reclassering en verslavingszorg die met het ‘rite de passage’ concept werken……………

Lees HIER mijn hele artikel over verslaving uit 1998 (in Nederlands met een in het Engels vertaalde abstract)