Groepszielzoekende poëzie

Groepszielzoekende poëzie raakt epische poëzie omdat bijvoorbeeld de ‘Kalevala’ de ‘ziel van het Finse volk’ weerspiegelt.

Voor mij is in Nederland de dichter H.H. ter Balkt een groot voorbeeld van regionale groepszielzoekende poëzie (Verzamelde gedichten 2014)

Groepszielzoekende poëzie kan worden vertaald in het Duits als ‘seelische Poesie‘. ‘Seelisch‘ wordt meestal vertaald als ‘mentaal’ maar dat is niet helemaal wat Duitsers bedoelen. Seele betekent ook ziel en dit volgend betekent ‚seelische Schmerzen‘ zielepijn.

Deze vertalende exercitie is antropologisch van belang. Twee antropologen gaven hun naam aan de Sapir-Whorf Hypothese: taal weerspiegelt hoe een gemeenschap/volk/natie in de wereld staat en ermee omgaat.

Mijn conclusie: het ontbreken van een equivalent in het Nederlands en Engels voor ‘seelisch’ zegt iets over dat Duitsers de wereld anders ervaren. Het concept Fernweh verwijst ook naar deze boeiende stelling.

Wij, in het westen, zijn al eeuwen in stevige problemen om in de buurt van onze collectieve, en dus persoonlijke, zielen te blijven.

Volgens het christendom is ons zielenheil voortdurend in gevaar en daardoor lopen we makkelijk zielsverlies (zie Susto) op. (zie Schele Havik ‘Terugkerend Lost Powers’ 1996)

Volgens mij is dit een belangrijk motief dat we ons, al meer dan een eeuw, massaal naar Azië wenden om te leren hoe we beter voor onze persoonlijke ziel kunnen zorgen. Het woord ‘spiritueel’ komt voort uit onze herontdekking van onze ‘spirit’ (ziel) na eeuwen van ‘kolonisatie van de ziel’ door de rooms-katholieke kerk (zie ‘pastorale macht’ Foucault 1982).

Het wordt waarschijnlijk ook tijd dat we van, bijvoorbeeld, Chinezen leren hoe we beter voor onze familieziel (family shrine) gaan zorgen. Want die kunnen ook we een likje verf gebruiken na eeuwen oorlog tegen de eigen kracht van families (Tjin A Djie & Zwaan 2010, 190).

Antropoloog Gregory Bateson bedacht voor deze zelfcorrigerende groepszielen van families van dolfijnen, van mensen en van bomen de term ‘Ecologiën van het Verbindende Patroon’ (Ecology of Mind).

Deze verschillende soorten biologische gemeenschappen-in-hun-omgevingen, wisselen boodschappen uit, hebben gedachten en geheugens om zich, over vele generaties, succesvol voortplanten in hun altijd veranderende wisselende habitats.

De Duitse bioloog/filosoof/schrijver Andreas Weber lijkt een waardige opvolger van Bateson’s wereldbeeld. In zijn artikelen en boeken brengt hij een kosmologie in de wereld die, zoals Bateson, ‘zich al denkend een weg terug vindt om ons weer meer synchronisieren met hoe Nateur werkt’. Zie zijn Enlivement (2013) en ‘Lebendigkeit Sei!‘ (2015).

Ik gebruik groepszielzoekende poëzie om rond te dwalen in de zielsgeheugens van mijn vaders- en moeders families, van mijn verdere voorouders en van allerlei andere rijke Nederlandse/Westerse en niet-Westerse zielsgeheugens.

Als klinisch antropoloog complementeer ik met deze poëzie de concepten en taal die ik ontwikkelde met getroebleerde jonge mannen in multiculturele contexten.

(zie van Bekkum ‘Drie innovaties uit klinisch veldwerk’ 2014)