Familie antropo-kijken
Het is moeilijk door de ogen van families te leren kijken hoe zij werken, hoe zij herinneren en zichzelf corrigeren als harmonie en continuïteit bedreigt worden
Er is in de sociale wetenschappen weinig onderzoek gedaan naar hoe families zich over meer generaties optimaal reproduceren en balanceren tussen verandering en continuiteit. Vroege, 1890-1940, antropologische etnografien (beschrijvingen van traditionele culturen) brachten veelvuldig de relatie tussen individu-familie-community in kaart. Toch werd deze ’trias cultura’, ook in de ‘Culture and Personality‘ school, nooit een systematisch onderzoeksthema.
De antropoloog Gregory Bateson stond, in zijn biologische systeemtheorie, aan de wieg van de westerse familie en systeemtherapie. Zijn concepties over fundamenten van menselijke communicatie omvatten altijd de vice versa wisselwerking tussen individu-familie-community.
De huidige familie therapie heeft geen systemische aandacht voor hoe een jongen of meisje, via hun moeders en vaders families, hun lokale, religieuze, regionale (etnische) gemeenschappen, deel worden van een nationale (Nederlandse) cultuur.
Ook in sociologische en pyschologische studies vind je zelden systematische aandacht voor deze trias cultura.
De drama-systeemtherapeute Anne Ancelin Schuetzenberger schreef in haar boek over ‘The Ancestor Syndrom‘ (1999) over hoe pijnlijke (en mooie) gebeurtenissen uit vorige generaties, als onzichtbare patronen, zich in personen en families in nieuwe gedaantes hier en nu herhalen. Net zolang tot het patroon doorbroken via herkenning/markering/verwerking is.
In Nederland schrijven Kitlyn Tjin A Djie & Irene Zwaan in hun boeken over Beschermjassen (2007; 2010; 2013; 2015) uitgebreid over hoe door de ogen van families te leren kijken.
In hun ‘Familieziel‘ (2013) zijn prachtige verhalen te lezen van allerlei ‘regenboog’ families Nederland: hoe meer ‘weten’ over hun culturele familiegeschiedenis hen ‘heelt’ zodat zij hun leven met meer liefde en schoonheid kunnen vervolgen.