Onbehagen in Naties, Behagen in Inheemse Kulturen

Freud schreef zijn ‘Das Unbehagen in der Kultur’ in 1930. De boodschap van dit essay is: hoe meer de mensheid zich ‘beschaafd’ (sich zivilisiert/becomes civilized) hoe ongelukkiger mensen zich gaan voelen. Er zou sprake zijn van een ‘lustverlies’ in het ervaren van onze dierlijke instincten (vooral seks en geweld).

Doordat wij meer en meer ‘cultuur’ zijn geworden kunnen wij niet meer voluit onze seksuele en agressie lusten beleven.

Hoewel briljant in zijn aanzet verdwaalde Freud al heel snel in het essay in speculaties. Die komen, volgens mij, voort uit onvoldoende afstand naar de vervolgingsgeschiedenis van zijn joodse families/ gemeenschappen in de Europese beschaving, de 19e eeuwse oorlogen, WW I en het anti-semitisme van de jaren 30 en 40 van de vorige eeuw.

Freud is kind van zijn tijd en zijn culturele familiegeschiedenis speelt hem danig parten in zijn wereldbeeld. Zijn Onbehagen in de Kultuur is daarvan doortrokken.

Die verwarring en wetenschappelijke incongruentie (bias) zit al ingebakken in zijn vroegere bundel met essays Totem and Taboo (1913). see also Totem and taboo)

Deze psycho- en’meta’ analyses van Freud zijn boeiend en gedurfd maar van een abominabel niveau vanuit antropologisch, d.w.z. cross-cultureel vergelijkend, perspectief. Zijn argumentaties druipen van Joods etnocentrisme en Eurocentrisme.

Het denken van o.a. Marshall Shalins over ‘Original Affluent Society‘ (1966) biedt een verrijkend perspectief vanuit het wereldbeeld van ‘eerste naties‘ (inheemse volken).

De enorme variatie aan manieren van leven van deze oorspronkelijke samenlevingen die antropologen de afgelopen 140 jaar ’ter plekke’ bestudeerden tonen aan hoe mank Freud’s 2e hands observaties (uit antropologische literatuur) waren.

Als deze volken honderden genereaties in de meest weldadige aals ‘mensonvriendelijke’ (woestijnen, pool) konden bestaan dan krijgen reflecties over onbehagen en behagen in culturen een andere toonzetting.

Dan is (cultuurvergelijkend) leren begrijpen hoe ‘eerste naties‘ zich reproduceren over vele generaties gedurende duizenden jaren een vruchtbare productiewijze van kennis en weten.

Recente biologische antropologische onderzoeken dat ‘Behagen’ (welbevinden, vreugde, bliss, being in grace) in biologische en dus menselijek systemen de norm is. Verval en dood zijn onontkoombaar maar onbehagen in de cultuur, menselijke ellende, oorlog, de zeven hoofdzonden, de ‘condition humaine‘ blijken Europese constructen.

Freud zette mij op prachtige denksporen (zie mijn Taboo presentatie in 2015 op congress University Durham V.K) maar het duurde enkel decennia doordenken om het verkeerde been waarop ik was gezet te doorgronden.

lees b.v.

Marshall Sahlins (1958) The Affluent Society

Morris Berman (1984) De Terugkeer van de Betovering

Frans de Waal (2009) Een tijd voor empathie

Sarah Hrdy (2010) Een Kind heeft vele moeders

Edith Turner (2012) Communitas: The Anthropology of Joy